wapens

ook werden er in de WO I nieuwe wapens uitgevonden die dood en verderf zaaiden onder beide legers. 

1. Vlammenwerpers

Alhoewel er al eeuwenlang wapens werden gebruik die vuur gooiden werd de moderne vlammenwerper pas echt ingezet in de Eerste Wereldoorlog. In 1901 had de Duitse Richard Fiedler het officiële ontwerp gemaakt en in 1911 werd er voor het eerst geëxperimenteerd met vlammenwerpers. De vlammenwerpers bleken een succesvol wapen in de loopgravenoorlog. Waar granaten de bunkers van de vijand volledig vernietigden, zorgde het vuur wel voor de dood van de vijand maar bleven de schuilplaatsen intact. Dit kwam de Duitsers goed uit omdat deze bunkers daarna door hen gebruikt konden worden. De eerste keer dat de vlammenwerper door Duitse troepen werd ingezet was bij de Slag bij Verdun in februari 1915.

2. Gifgas

De eerste keer dat gifgas ´succesvol´ werd gebruikt tijdens een oorlog was op 22 april 1915 bij Ieper. De Duitsers sproeiden chloorgas in grote cilinders waardoor het gas de Franse loopgraven inblies. Korte tijd na deze aanval beschikten ook de geallieerden over chemische wapens. Het gebruik van gas leidde bovendien tot een andere nieuwe uitvinding die kenmerkend werd voor de Eerste Wereldoorlog: het gasmasker.

3. Lichtspoorkogels

Een groot probleem tijdens de Eerste Wereldoorlog was het slechte zicht in de nacht. Beschietingen in de nacht waren veelal mislukkingen, doordat de schutter en zijn doelwit niet kon zien en niet kon zien of zijn kogel iets raakte. Een belangrijke Britse uitvinding bracht een einde aan dit schieten in het niks: de lichtspoorkogel. De kogel werd voorzien van een kleine hoeveelheid ontvlambaar materiaal waardoor er een lichtspoor ontstond wanneer de kogel werd afgeschoten. Bij de eerste experimenten met de lichtspoorkogels in 1915 waren de lichtsporen nog onduidelijk en hielden ze slechts 100 meter aan, maar in 1916 kwam hier verbetering in. De .303 SPG Mark VIIG kogel die in 1916 werd ingezet zorgde voor een scherpe lijn van groen-wit licht. De kogels werden met name populair voor het neerschieten van Duitse zeppelins.

4. Luchtverkeersleiding

Bij aanvang van de oorlog was er geen contact meer te maken wanneer een vliegtuig eenmaal opgestegen was. Het Amerikaanse leger zocht naar een oplossing en wist in 1915 zend- en ontvangstapparatuur in de vliegtuigen te installeren die op korte afstand berichten konden sturen en ontvangen. Deze uitvinding werd in 1916 uitgebreid met een radiotelegraaf die tot ruim 220 kilometer afstand boodschappen kon sturen aan zowel de troepen op de grond als naar andere vliegtuigen in de lucht. In 1917 werd het contact met de vliegtuigen nog meer vergemakkelijkt door dat het mogelijk werd voor piloten om door middel van spreken contact te hebben met de verkeersleiding op de grond.

5. Dieptebom

De Duitse onderzeeboten, U-boten, waren een groot gevaar voor de geallieerden in de Eerste Wereldoorlog. Miljoenen tonnen aan vracht gingen verloren door de aanvallen van de onderzeeërs en duizenden zeelieden stierven. Als oplossing voor de onderzeeërs bedachten de geallieerden de zogeheten dieptebom. Deze dieptebommen waren onderwaterbommen die vanuit een schip werden afgevuurd. In 1913 werd het eerste ontwerp voor een dieptebom gemaakt, maar pas op 22 maart 1916 werd de eerste Duitse onderzeeër door een dieptebom vernietigd.

6. Hydrofoon

Om een dieptebom succesvol in te zetten was het wel nodig om de vijandelijke onderzeeërs te lokaliseren. De hydrofoon bood uitkomst. De eerste versie van de hydrofoon werd gemaakt door de Canadees Reginald Fessenden in 1914, aanvankelijk om ijsbergen te lokaliseren naar aanleiding van het zinken van de Titanic. De Fransman Paul Langevin en de Rus Constantin Chilowsky perfectioneerden de hydrofoon zodat deze zowel de locatie als de richting van onderwaterobjecten kon bepalen. In april 1916 lukte het voor het eerst om met succes een Duitse onderzeeër op te sporen door gebruik van de hydrofoon.

7. Vliegdekschepen 

In mei 1912 vloog er voor het eerst een vliegtuig vanaf een varend schip weg. Het probleem hiervan was echter dat het vliegtuig niet kon terugkeren op het schip, maar op het water moest landen en dan moest worden opgepikt. De Britten bedachten hier iets op: het vliegdekschip. Ze bouwden grote platformen op schepen waarop het vliegtuig zowel kon opstijgen als landen. Op 2 augustus 1917 lukte het commandant Edward Dunning als eerste persoon ter wereld om een vliegtuig op een varend schip te landen.